De City rukt steeds verder op. |
Er is geen plek op de wereld als het Londense East End (cliché maar waar!). Door de eeuwen heen de eerste halte voor immigranten op de vlucht voor vervolging of op zoek naar een beter leven; de Franse hugenoten in de achttiende eeuw, de joden in de negentiende, de Bengalen in de twintigste. In de achttiende eeuw hét centrum van de zijdeweverij, dankzij die hugenoten die hun vak daar voortzetten - Spitalfields is nog steeds vermaard om zijn zijdewevershuizen, waarvan er één in Folgate Street in oorspronkelijke staat te bezichtigen is -, begin twintigste eeuw vervallen tot de afgrond van armoede en ellende waar de Amerikaanse schrijver Jack London zeven weken in onderdook om zijn huiveringwekkende boek The People of the Abyss te schrijven.
Inmiddels, de laatste twintig jaar, is het East End hip en steeds meer ‘gentrified’, met als gevolg dat veel val de kleine zelfstandigen, familiebedrijven die soms al generaties lang worden gerund, in de strijd om de grondprijzen het loodje leggen. En niet alleen eenpersoonsbedrijfjes met historische waarde hebben het moeilijk; ook nieuwe creatieve en alternatieve ondernemingen moeten knokken voor hun bestaan. De aangrenzende City rukt op en jaagt de huurprijzen astronomische hoogten in. Je hoeft Spitalfields Market, nu Old Spitalfields Market geheten, maar te bezoeken om het symbool te zien; eeuwenlang werd er de grootste groente- en fruitveiling in de omgeving gedreven maar toen die in de jaren negentig sloot, werd het gebouw herbouwd tot een winkel- en eetparadijs; een hal voor antiek- en vintagemarkten en daaromheen nieuwbouw waar de ‘verketening’ van het winkelen grof heeft toegeslagen.
Om het hoofd te bieden aan die ontwikkelingen hebben veel van de overgebleven kleine zelfstandigen zich nu - met gevoel voor historie - in november vorig jaar verenigd in de East End Trades Guild. Al ruim een half jaar volg ik op Spitalfieldslife.com hun verrichtingen en intussen is er al aardig wat bereikt: erkenning door de regering dat de economische waarde van kleine bedrijven voor een gebied niet onderdoet voor die van winkelketens, compensatie voor omzetverlies tijdens de aanleg van een nieuwe spoorlijn, behoud van een winkel waarvan de ondernemer eruitgezet dreigde te worden door de verhuurder die er een keten-winkel in wilde vestigen.
Waarom schrijf ik dit? Omdat ik blij word van het feit dat kleine partijen met samenwerking grote dingen kunnen bereiken. Dat de macht blijkbaar niet altijd aan het geld en de schaalvergroting hoeft te zijn. Omdat ik blij word van de gedachte dat ik - en vele anderen - bij een volgend bezoek aan Londen weer even binnen kan kijken bij Gardners’ Market Sundriesmen, een toeleveringsbedrijfje voor winkels waar je papieren zakken in alle vormen, soorten, kleuren, maten en hoeveelheden kunt krijgen, een curiosum op zich, en dat nu gerund wordt door de vierde generatie Gardner. Of een sandwich eten bij Leila’s Shop, een biologische winkel en lunchroom waar je zo ongeveer het lekkerste brood van Engeland kunt krijgen. Om er maar een paar te noemen. Want voor winkelketens kun je naar Oxford Street, de Kalverstraat en naar ieder ander winkelcentrum in iedere andere stad in Europa.
Met dank aan Spitalfields Life