Op een warme zomeravond stapte ik op de fiets in Walthamstow, rugzak met laptop op mijn rug. Einddoel was London Fields, om preciezer te zijn: The Pub on the Park. Mijn eerste Britse fietservaring en ik moest terugdenken aan de eerste keer dat ik in Amsterdam op de fiets stapte; ik was de straat nog niet uit toen ik met mijn wiel in de tramrails terecht kwam en net geen doodsmak maakte. Amsterdam-newbie gaat fietsen. Maar Amsterdam-newbie leerde snel.
Toen ik eenmaal doorhad dat links rijden betekent dat je afslaand verkeer aan de rechterkant moet laten voorbijgaan - een mentale uitdaging voor iemand die geen links en rechts uit elkaar kan houden - en zwetend nogmaals tot het inzicht kwam dat niet alleen Rome op heuvelen is gebouwd, was er niets aan de hand. Ik fietste door de Walthamstow Marshes, groen en bloemen rechts van me, waterwerken links van me. Bloemen geurden, insecten zoemden en boven de bomen gloorde de skyline van Londen.
Hoezeer Boris de Londense burgemeester fietsen ook promoot, nog niet alles blijkt - niet verrassend - zo op fietsen berekend als we in Nederland zijn gewend. Het pad voerde onder een spoortunneltje door dat zo laag was dat ik naast mijn stuur moest gaan hangen om te voorkomen dat ik mijzelf effectief onthoofdde. Een paar mijl verder hield het op bij de rivier de Lea; de enige optie behalve teruggaan was de fiets de voetgangersbrug over te sjouwen. Het zo praktische geultje voor fietsbanden naast de treden is hier onbekend. Misschien lachen de Londenaren ons ook uit om dat geultje; gewend als ze zijn aan het zeulen met bagage ettelijke trappen in de metro op en af, tillen ze hun fiets waarschijnlijk blijmoedig over ieder obstakel.
Wat me het meest verbaasde, was de rijstijl van de fietsers. Maakte ik me nog zorgen dat er geen licht op mijn fiets zat en ik waarschijnlijk beboet kon worden; al gauw leerde ik dat licht op een fiets een zeldzaamheid is. Bovendien treden de Londense fietsers verkeersregels met voeten, met een onvervalste Amsterdamse flair: zwenkend tussen de auto's door, drukke rotondes over die mij het gevoel gaven dat ik op de snelweg fietste, ieder rood licht negerend... Mijn bewondering voor hun moed steeg: in Amsterdam heerst altijd nog de macht van het getal.
Goed, er wordt gewerkt aan de acceptatie van de fietser. Links naast de wegrand, op het asfalt, staat een heel klein fietsje, dat een strook van een kleine vijftig centimeter aangeeft waar gefietst mag worden. Meer heb je aan de soms lekker lange bus lanes. Wel even je adem inhouden als zo’n dubbeldekker vlak langs je blaast, als je niet in één avond aan je jaarlijkse quotum lood wilt komen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten