donderdag 30 augustus 2012

Midprice-editie van De erfenis van Richard Grenville

Deel 1 van De verborgen universiteit, De erfenis van Richard Grenville, is vanaf vandaag verkrijgbaar als midprice-editie. Wie deel 1 nog gauw wil lezen voor deel 2, Het levende labyrint, verschijnt, kan nu voordelig zijn slag slaan!
Deel 2 verschijnt 25 september.

Meer over:
De verborgen universiteit deel 1: De erfenis van Richard Grenville
De verborgen universiteit deel 2: Het levende labyrint

zondag 26 augustus 2012

Magie - of niet?


Ooit kreeg ik de vraag of ik De verborgen universiteit ook zonder magie had kunnen schrijven. Nee, zei ik toen. En logisch: zonder magie had ik geen verborgen gemeenschap in Londen hoeven bedenken, geen verborgen universiteit, geen magische takken van wetenschap, filosofie en ethiek. Zonder magie had ik mijn hoofdpersoon niet hoeven laten worstelen met alle problemen die magie met zich meebrengt. Maar later zag ik in dat dat maar de helft was van het antwoord. 

Als het gaat om de dilemma’s en de ontwikkeling van de personages: ja, dan had De verborgen universiteit heel goed zonder magie geschreven kunnen worden. Ik heb nooit gehouden van ‘makkelijke’ magie, magie als oplossing voor alles wat er fout gaat. Het leidt te gemakkelijk tot verhalen waarin gefocust wordt op die magie en minder op de personages. Maar als je ervoor kiest om met magie te werken, heb je als schrijver natuurlijk ook de kans die helemaal naar eigen inzicht vorm te geven. Dus maakte ik van magie iets waar je talent voor kunt hebben, maar waar je hard voor moet werken om dat te ontwikkelen. Zoals dat geldt voor ieder ander talent, of het nu musiceren, schilderen of zwemmen is. Leven met magie levert dilemma’s, problemen en vragen op, in iedere tijd andere omdat iedere tijd zijn eigen problemen heeft. Als ik kies voor magie in de bestaande moderne wereld, mag die magie geen vlucht zijn uit die wereld.

Maar waar het werkelijk om draait: magie heelt geen gebroken harten, brengt geen geliefden terug uit het dodenrijk, lost geen morele dilemma’s op, heelt niet de wonden van een akelige jeugd, herstelt geen verbroken vriendschappen, helpt je niet terug te keren op verkeerde schreden, behoedt je niet voor de valkuilen in je karakter, geeft geen antwoord op levensvragen. Tussen haakjes: onlangs las ik in een ingezonden brief in de Volkskrant de suggestie dat maar één ding een mens van het roken af zou kunnen helpen: het pakje onder stroom zetten. Laat mijn hoofdpersoon Alexa in Het levende labyrint nu net een magisch equivalent voor die methode hebben gevonden - en ik laat je raden hoe effectief die is. Die conflicten moeten mijn personages geheel op eigen kracht oplossen, gewapend met niets meer dan hun gezond verstand en hun persoonlijkheid. Ik koos voor magie omdat ik daarmee een wereld kon vormgeven die mijn verbeelding aansprak, die me zelf ook voor vragen stelde, omdat het gewoon leuk is om buiten de lijnen van de werkelijkheid te fantaseren, en omdat ik mijn personages in verwikkelingen kon sturen die in de gewone wereld niet mogelijk zijn. Maar ze oplossen, keuzes maken en en passant groeien als personage, dat moeten ze toch helemaal op eigen kracht doen. En daarin verschillen ze niets van de personages in mijn andere boeken.

zondag 5 augustus 2012

Het secundaire verhaal


Een van die magische dingen van het schrijven is dat je denkt een verhaal te schrijven over een bepaald thema, met personages die je netjes hebt uitgedacht en een plot die je volgens de regelen der kunst hebt uitgewerkt, en als je dan klaar bent, afstand neemt en terugkijkt op je werk, blijkt zich nog een verhaal tussen de regels schuil te houden. Motieven en elementen waarvan je je niet bewust was, rijmen op elkaar met een hardnekkigheid alsof ze je iets willen vertellen. Gelaagdheid kun je bewust inbouwen, maar het fascinerende is dat een deel ervan buiten je bewustzijn om schijnt te kunnen ontstaan. Sinds ik schrijf, ben ik me steeds bewuster geworden van de rol van het onderbewuste bij het schrijven. Of misschien hebben verhalen zelf een onderbewustzijn en sturen ze de schrijver. Hoe dan ook, het schrijfproces is iets wat je nooit voor de volle honderd procent onder controle hebt en in die controleloze paar procenten zit het mysterie. 

Met Streken wilde ik een verhaal over ambitie schrijven en toen ik de eerste versie had afgerond, zag ik dat het ook een verhaal was over de verhouding tussen een vader en een zoon. Een verloren-zoon-motief en een broedermoord-verhaal, twee bijbelse motieven in één klap die ik er niet bewust had ingestopt, maar die tussen de verwikkelingen van mijn personages door de kop opstaken. Ook in Het levende labyrint, deel 2 van De verborgen universiteit, ontdekte ik op gegeven moment een secundair verhaal. Natuurlijk gaat het over dingen die ontdekt moeten worden, dilemma’s waarmee afgerekend moet worden. Maar waar personages, conflicten en verwachtingen tegen elkaar schuurden, ontstond ook een verhaal over vooroordelen, het denken in stereotypen, over wat niet is wat het op het eerste gezicht lijkt. Over herinneren en willen vergeten. Over familieverhoudingen. 

Soms zie je het secundaire verhaal zelf als schrijver niet. Of niet helemaal. Ik sta altijd versteld over de dingen die lezers uit mijn boeken kunnen halen, dingen waarvan ik me zelf niet bewust ben dat ik ze er heb ingestopt. Sindsdien weet ik dat een verhaal zonder lezers niet bestaat. Een goede lezer herschept het en voegt er iets van zichzelf aan toe. Je kunt een verhaal vangen in drukinkt en een stevige omslag, maar in werkelijkheid is het nooit af. Dan begint het pas.